dinsdag 25 juni 2013

Doel 5: Een mooi slotmoment

Doel 5: Een mooi slotmoment
 
 Vandaag was het zo ver! Het grote moment is aangebroken: hoeveel geld hebben we verdiend? Ik hoop op een mooi bedrag, ook al hebben we maar 2 dagen verkocht.
Ik tel het geld na, trek onze onkosten eraf en ik kom uit op:

221,15 euro!

Geweldig! Wat hebben we dat goed gedaan! Ik vertel snel het bedrag aan de kinderen.
Ze begrijpen niet zo goed hoeveel dat bedrag precies inhoudt. Ze zijn nog net iets te jong om er zich al een voorstelling van te maken.
Ik stel het bedrag visueel voor m.b.v. het gouden materiaal:


2 honderden, 2 tienen en 1 één.


'Wauw juf! Dat is keiveel!'
'Oh juf! Dat hebben wij goed gedaan hé!'
'Nu gaan de kindjes in Afrika wel blij zijn hé!'

Toen ik naar de kinderen keek, zag ik de trots op hun gezichten. Ze waren zo ontzettend fier! Ze straalden allemaal en keken vol verbazing naar het bedrag dat voor hun voeten lag.
We schreven samen een cheque uit voor de mevrouw van SOS Kinderdorpen.

Toen de bel ging sprongen de kinderen allemaal recht.
'Juf, ze is daar!'
'Juf, gaan we nu de centjes afgeven?'
'Juf, zou ze blij zijn?'

Ik merkte dat de kinderen niet konden wachten om hun bedrag af te geven. Ze waren zo zenuwachtig! We verzamelden met de hele kleuterschool in de turnzaal en toen de mevrouw binnen kwam begonnen de kindjes allemaal te klappen.
Ik vertelde aan de mevrouw samen met de kinderen wat we gedaan hadden voor SOS Kinderdorpen. We hadden koekjes gebakken, ingepakt en verkocht.
Ik haal de cheque boven en vertel aan de hele kleuterschool hoeveel we verkocht hebben. Er barste een groot gejuich los, gevolgd met een 'applausje voor ons zelf' (kloppen op de eigen schouders).

De mevrouw van SOS Kinderdorpen feliciteerde de kinderen en vertelde hun wat ze met het geld gingen doen. Ze vertelde dat het geld was voor kinderen in Afrika die geen mama, papa of familie meer hadden. Ze hadden ook geen huis meer en konden niet meer naar school.
Toen ze dit vertelde zag ik sommige kinderen echt verdrietig worden, echt sip kijken. Ze waren echt aangedaan door wat die mevrouw allemaal vertelde. Ze leefden echt mee met de kinderen daar, ze gingen er helemaal in op. Het was echt speciaal om te zien wat voor een effect de woorden van die mevrouw hadden op deze jonge kindjes: ze probeerden precies echt te voelen wat kinderen aan de andere kant van de wereld doormaakten.
Daarna vertelde de mevrouw over wat ze ging doen met de centjes: ze ging ze geven aan een andere meneer en die ging ze naar daar brengen. Met onze centjes konden ze een huisje bouwen waar een mevrouw samen met de weeskindjes ging in wonen.
We gaven haar de cheque, ze bedankte ons nog eens en toen was het ineens al gedaan.

Ik vond het een mooi slotmoment. Langer moet zoiets niet duren, zeker niet voor de jongste kleuters. Het was net lang genoeg en de essentie is overgebracht. Deze hele ervaring heeft wel een diepe indruk nagelaten op de kleuters. Ik had een meisje dat maar bleef doorvragen over de toestand van de kinderen daar: 'maar juf, hoe komt het dat die geen mama meer hebben? Dat kan toch niet! En wat eten ze dan? En wie stopt ze dan in bed?'

Ik vind dit een overtuigend bewijs van de impact van het project op onze kinderen.
We hebben al het nodige aangeboden, hun de juiste prikkels aangereikt en nu is het aan hun om het allemaal te verwerken, ieder op zijn eigen manier.

 


Doel 4: De meest haalbare voorstellen uitwerken en realiseren

Doel 4: De meest haalbare voorstellen uitwerken en realiseren: De koekjesverkoop
 
De koekjes zijn allemaal gebakken, de ouders hebben ze in zakjes gestoken dus de verkoop kan beginnen!
 
We willen graag 's ochtends en 's avonds verkopen, dat  zijn de 'spitsmomenten' bij ons op school. We stellen ons kraam op in de gang, vlakbij de ingang. Een strategische plaats want daar passeren alle ouders. We versieren het kraampje met posters en fotomateriaal dat we opgestuurd hebben gekregen van SOS Kinderdorpen zelf.
We hangen ook werkjes omhoog van het project Afrika die de kinderen gemaakt hebben. Hierdoor hebben we een mooi aangekleed kraampje.
 
De kinderen kijken er echt naar uit om koekjes te verkopen. Een meisje vroeg aan me: 'juf, mogen wij die koekjes dan ook zelf verkopen?'. Ik wou de kinderen zoveel mogelijk betrekken in deze actie maar ik wist niet of het haalbaar was voor kleuters om al echt te verkopen. Zeker omdat er met geld moest gewerkt worden!
 
De eerste ochtend van de verkoop had ik 2 stoelen klaar staan, een mand vol koekjes en een koffertje met geld. Ik had maandagavond nog een berichtje gepost op de facebookpagina van school, zodat de ouders verwittigd waren (en dus centjes meenamen).
De eerste kinderen die arriveerden waren al meteen kinderen van mijn klasje dus dat kwam goed uit. Ik vroeg of ze mee wilden verkopen en ze waren dolenthousiast.
Ik merkte ook dat ouders sneller wilden geven, waarschijnlijk omdat ze die lieve kindersnoetjes niet iets konden weigeren.
 
Het startsein was gegeven en het nieuws van de koekjesverkoop ging als een lopend vuurtje de ronde. Ik moet wel mijn mening herzien over de verkooptalenten van mijn kinderen. Ze hebben dit supergoed gedaan!
Ze riepen naar de mensen die binnen kwamen: 'koekjes kopen, koekjes kopen voor de kindjes in Afrika!' en ze konden ook zeer goed omgaan met geld. Ik had hen verteld dat een zakje 2 euro kostte en dat ze moesten kijken of er een 2 stond op het muntje.
Ze konden zelfs handelingen uitvoeren met geld! Twee centjes van 1 euro is 2 euro voor een zakje. Een mevrouw geeft 5 euro dus dan moet ze 3 euro terugkrijgen,...
 
Ik hoop dat de verkoop ons toch een mooi bedrag oplevert. Maandag komt er een verantwoordelijke langs van SOS Kinderdorpen om het geld in ontvangst te nemen, spannend!


zondag 23 juni 2013

Doel 4: De meest haalbare voorstellen uitwerken en realiseren: De koekjesbak

Doel 4: De meest haalbare voorstellen uitwerken en realiseren: De koekjesbak
 
 
Oké, we zijn er uit! Nu wordt het tijd voor de organisatie en een heleboel geregel.
Ik ben blij dat ik mijn collega's heb aangesproken om mee te doen, het regelen loopt veel gemakkelijker als je het met drie kunt doen.

We hebben een data gekozen om de koekjes te bakken: woensdag. Dit is de beste dag voor ons drietjes. We kwamen wel op het idee om aan ouders te vragen om ons een handje toe te steken. We hielden een oproepactie en we kregen zo veel feedback van ouders!
Het verbaast me nu nog steeds. We hadden ouders die thuis koekjes bakten en veel ouders die woensdag kwamen meebakken. Daardoor konden wij in onze klas rustig de posters voorbereiden voor de koekjesverkoop.

Al dat positieve enthousiasme heeft me wel extra motivatie gegeven. De ouders staan dus ook volledig achter ons project. Ze steunen ons en hun kinderen omdat we ons willen inzetten voor anderen.

Ik ben heel blij dat we ouders hebben aangesproken om ons te helpen. Zij hebben alle koekjes gebakken met de kinderen en ze hebben ze zelfs ingepakt en klaar gezet.
De leerkrachten moesten er niets meer aan doen, echt geweldig!

Woensdag na school hebben we de gang in gereedheid gebracht voor de verkoop.
We starten vanaf donderdag en we verkopen 's ochtends en 's avonds (tijdens de spitsmomenten). We hebben een tafel klaar gezet met de koekjes er op en de gang versierd met de knutselwerken van de kinderen rond Afrika.

In een zakje zitten ongeveer 5 koekjes en we vragen 2 euro per zakje. We hebben zeker zo'n 150 zakjes. Ik hoop dat onze actie genoeg geld oplevert. Ik heb immers contact opgenomen met SOS Kinderdorpen en maandag komt er iemand om het geld in ontvangst te nemen. Ik hoop toch op een bedrag boven de 100 euro.
Het zou een mooie beloning zijn voor al het harde werk van de kleuters en ook fijn voor de verantwoordelijke dat die een mooi bedrag mee naar huis kan nemen.




zaterdag 22 juni 2013

Doel 3: Samen oplossingen en middelen zoeken om SOS Kinderdorpen te helpen: Wie doet mee?

Doel 3: Samen oplossingen en middelen zoeken om SOS Kinderdorpen te helpen: Wie doet mee?
 
We wisten nu dus al voor wie we onze handen uit de mouwen gingen steken en wat we gingen doen. De kinderen waren dolenthousiast. Ze wilden veel geld verdienen om de kindjes te helpen. Met hun centjes konden ze scholen bouwen, huizen voor de kinderen maken,...
 
Onderweg naar huis maakte ik me wel een beetje zorgen. Hadden de kinderen niet een beetje te hoge verwachtingen? En had ik ze die onbewust gegeven? Door te vertellen aan hen wat SOS Kinderdorpen met het geld deed, dachten ze waarschijnlijk dat er met hun geld grootste dingen zouden worden gedaan. Dat is ook het geval maar ik heb hen niet echt uitgelegd dat daarvoor veel centjes nodig zijn. Alle kleine beetjes helpen en vele kleintjes maken groot.
Of is het goed zoals het nu is? De kinderen voelen zich nu enorm gemotiveerd om aan de slag te gaan, om te helpen. Als ik hen nu zou vertellen dat men van de centjes die we inzamelen nog niet een schooltje kunnen bouwen, zullen ze dan niet erg teleurgesteld zijn?
 
Na lang wikken en wegen heb ik besloten om 2 dingen te doen:
1. De inzamelactie uitbreiden (niet alleen mijn klas)
2. De kinderen een meer realistische kijk geven op de inzamelactie, zonder dat ik hen hierbii
    demotiveer.
 
De volgende ochtend sprak ik de andere kleuterleidsters aan. Ik vertelde hen wat we gingen doen en vroeg hen of ze mee wilden doen. Ze waren meteen bereid om ook hun schouders onder het project te zetten. Nu we met meer kinderen zijn, kunnen we meer koekjes verkopen en dus ook meer geld verdienen. Dan is ons totaalbedrag al veel groter.
 
Ik heb ook een gesprekje gehad met de kleuters. Ik vertelde hen dat we ons best gingen doen om veel centjes te verzamelen want hoe meer centjes, hoe sneller ze een schooltje kunnen bouwen in Kinshasa. Ik heb hen uitgelegd dat schooltjes bouwen immers heel duur is en dat het ook lang duurt eer de mensen van SOS Kinderdorpen genoeg centjes hebben verzameld om een schooltje te kunnen bouwen. Ze hebben daarvoor wel onze hulp nodig! De centjes die wij verzamelen, de centjes die andere kinderen verzamelen, de centjes die grote mensen geven,... die centjes allemaal samen zorgen ervoor dat er kinderdorpen kunnen gebouwd worden.
Na afloop merkte ik wel dat de kinderen het begrepen. Eén kindje kwam vertellen: 'juf, eigenlijk zouden alle scholen in België moeten koekjes verkopen. Dan kunnen we wel zeker 1000 schooltjes bouwen in Afrika!'.
 

donderdag 20 juni 2013

Doel 3: Samen oplossingen en middelen zoeken om SOS Kinderdorpen te helpen: Wat gaan we doen?

Doel 3: Samen oplossingen en middelen zoeken om SOS Kinderdorpen te helpen: Wat gaan we doen?
 
 
Tijd voor een gesprekje! 's Ochtends na het onthaal vraag ik aan de kinderen of ze al eens hebben nagedacht over wat we kunnen doen. Ik had niet verwacht dat de kinderen zelf met ideetjes over de vloer zouden komen dus ik had er zelf al een paar opgeschreven:
 
 
- koekjesverkoop
- wandeltocht
- knutselen en deze werkjes verkopen
- tombola organiseren
 
 
De kinderen kwamen zelf met een aantal ideetjes op de proppen. Ze waren niet echt concreet maar ik ben wel trots dat ze een paar dingen hadden weten te bedenken:
 
- 'We kunnen iets maken juf en dat dan verkopen!'
  'Wat wil je dan maken?'
   'We kunnen ijsjes verkopen!' (naar aanleiding van het warme weer toen)
- 'Wij gaan met de Chiro op ruiltocht juf en wat we gekregen hebben geven we aan de
   kindjes in Afrika.'
- 'De kindjes op mijn mama haar school zingen altijd liedjes en mensen moeten centjes
   geven om te komen luisteren.'
- 'Mijn papa zegt dat we auto's moeten wassen van de mama's en papa's op school en daar
   dan centjes voor moeten vragen.'
 
Zoals je kan zien is er toch wel redelijk wat uit de bus gevallen. De kinderen waren heel enthousiast over alles dus het zou een moeilijke keuze worden. Ik tekende hun voorstellen uit en legde ze naast elkaar op de grond. Ik vertelde hun dat onze actie wel aan enkele voorwaarden moest voldoen:
 
- het mag ons niet te veel geld kosten, we moeten er nog iets aan kunnen verdienen
- we moeten het hier op school kunnen doen
- de kindjes moeten zoveel mogelijk zelf kunnen doen
 
Na lang wikken en wegen waren we er uit gekomen: we gingen iets maken. De vraag was alleen, wat gingen we maken? Een kindje stelde voor om iets te knutselen maar een ander kindje zei toen spontaan dat het te veel werk was om duizend knutselwerkjes te maken. Een ander kindje wou ijsjes maken en dat vonden ze allemaal een leuk idee maar toen ik aan hen vroeg wat ze met de ijsjes gingen doen als het heel warm was, moesten ze allemaal lachen.
 
 
De kindjes wilden wel heel graag iets met eten doen en toen ben ik met mijn voorstel afgekomen van de koekjesverkoop. De kinderen gingen ermee akkoord dus we konden eindelijk van start gaan met de verdere uitwerking van onze actie.
 


Doel 3: Samen oplossingen en middelen zoeken om deze organisatie te helpen: Een weekje de tijd

Doel 3: Samen oplossingen en middelen zoeken om deze organisatie te helpen: Een weekje de tijd
 
 
We zijn er uit: we hebben een goed doel gekozen om onze schouders onder te zetten.
Ik had besloten om het goede doel nu even te laten bezinken. Ik had wel verteld aan de kinderen dat we iets gingen organiseren om ons goede doel te helpen maar dat ik zelf nog niet wist wat. Dat was iets waar zij mochten over nadenken.

Ik dacht dat het wel een goed idee was om de kinderen eens wat meer tijd te geven om iets te beslissen. Het gaat hier tenslotte wel om een grote beslissing: de kinderen moeten nadenken over manieren om zoveel mogelijk geld in te zamelen. Ik vind het al niet eenvoudig als volwassen persoon, dus het zal wel een hele opgave zijn geweest voor hen.

Ik vertelde hun dat ze een weekje de tijd kregen om na te denken en ik noteerde dit ook op de kalender. De dag ervoor heb ik nog wel eens aan de kinderen laten vallen dat ze niet mochten vergeten om er over na te denken tegen de volgende dag.
Toen ik dit zei merkte ik wel dat er een paar kinderen me vragend aankeken.
Ik begon bij het begin: 'weten jullie nog, vorige week,...'

Ik weet niet of het zo'n goed idee is geweest om de kinderen hier een week de tijd voor te geven. Misschien had ik beter de dag, nadat we ons goed doel hadden gekozen, de kinderen aangesproken over het organiseren van een actie.

Maar langs de andere kant zijn er dan wel al ouders langs geweest bij mij voor meer informatie. Hun kinderen komen thuis en vertellen dat ze iets voor de kindjes in Afrika gaan doen maar dat ze nog niet weten wat en dat ze er thuis eens moesten over nadenken.
Het moest iets zijn dat kindjes konden doen en waar we veel geld mee konden verdienen.
Geen wonder dat de ouders dan nog met een heleboel vragen blijven zitten.



woensdag 19 juni 2013

Doel 2: Een aantal bekende en minder bekende organisaties voorstellen met hun actiepunten waaruit de kleuters één organisatie mogen kiezen

Doel 2: Een aantal bekende en minder bekende organisaties voorstellen met hun actiepunten waaruit de kleuters één organisatie mogen kiezen
 
Dit vind ik persoonlijk heel moeilijk: hoe begin ik hier nu aan? Hoe kan ik de kleuters nu op de hoogte brengen van andere organisaties? Er zijn er zoveel! Welke selecteer ik?
En hoe breng ik hun actiepunten over naar kinderen? 

Ik ben begonnen bij het begin: een selectie maken van organisaties. Ik besloot om er maar 4 te kiezen. Hoe meer organisaties ik zou voorstellen, hoe moeilijker het zou zijn voor de kinderen om een keuze te maken. Ik koos voor de volgende goede doelen:

- Het Rode Kruis (vanwege zijn bekendheid in Vlaanderen, de stickeracties,...)
- Kom op tegen Kanker (vanwege de televisieshow, bekendheid in Vlaanderen,...)
- SOS Kinderdorpen (het gaat over kinderen, het is dicht bij hun leefwereld,...)
- Een goed doel in Duffel zelf (proberen contact op te nemen met de burgemeester, vragen  
  of we ons ergens mee kunnen voor inzetten,...)

Ik had van elk goed doel een logo mee en een drietal foto's waarin hun actiepunten worden voorgesteld. Ik had voor het goede doel in Duffel een foto van het gemeentehuis, de burgemeester en een telefoon.
Ik vroeg aan de kinderen of ze nog het verhaaltje kenden van de Goede Samaritaan.
We hielden er een klein gesprekje rond en ik vroeg aan de kinderen of ze graag eens zelf voor Goede Samaritaan wilden spelen. Uiteraard waren ze allemaal dolenthousiast.

Ik vertelde hen dat er goede doelen zijn in België. We houden een klasgesprekje hierover: wat zijn dat, wat doen ze, waarom doen ze die dingen,... Ik stel elk goed doel even kort voor maar de keuze was snel gemaakt voor de kinderen. Ze wilden graag iets doen voor andere kinderen, vandaar hun keuze voor SOS Kinderdorpen.


Ik had eerlijk zelf ook een beetje gehoopt op dit thema. We kunnen hier heel ruim in gaan en ook echt multicultureel gaan werken, zeker als we het over het kinderdorp in Kinshasa gaan hebben.

Ik had wel een meisje dat verdrietig was nadat we hadden gekozen. Ik vroeg haar wat er scheelde en ze zei dat ze het zo jammer vond dat die andere goede doelen nu geen centjes van ons krijgen. Waarom konden we niet aan allemaal iets geven?
Ik legde haar uit dat er heel veel goede doelen zijn in België, nog meer dan degene die we nu hadden gezien. Ik vertelde haar ook dat het beter is om veel centjes in één keer te geven i.p.v. iedereen een klein beetje want hoe meer centjes, hoe meer ze kunnen doen.
Ik heb toen aan de kinderen verteld dat we volgend schooljaar een nieuw goed doel zullen kiezen om te helpen. Zo kunnen we elk jaar een organisatie helpen.


Behaald of niet?

Voor mij is dit doel wel behaald. Ik weet niet of het op een correcte manier is behaald maar ik zou niet weten hoe ik het anders zou moeten aanpakken.
Maar de grote lijnen van mijn persoonlijk doel zijn behaald: ik heb hen een aantal organisaties voorgesteld en we hebben er klassikaal één uit gekozen. Nu kunnen we pas echt aan de slag gaan!

Doel 1: Het begrip naastenliefde op een boeiende en duidelijke manier overbrengen

Doel 1: Het begrip naastenliefde op een boeiende en duidelijke manier overbrengen

Ik wil de kleuters duidelijk maken wat naastenliefde precies inhoudt. Ik vind het woord naastenliefde echter nogal zwaar geladen en daarom kies ik voor 'lief zijn voor elkaar, zorg dragen voor elkaar'.

Ik ging op zoek naar een verhaal waarin dit thema centraal staat. Ik zocht eerst tussen de gewone kinderboeken maar daar vond ik niet meteen iets dat aan mijn verwachtingen beantwoordde. Ik besloot om eens op zoek te gaan tussen de parabels van Jezus.
Deze verhalen omvatten meestal één kernboodschap die duidelijk overkomt.
Mijn oog viel al snel op het verhaal van de Barmhartige Samaritaan.



De Goede Samaritaan

Ik vond het woord 'barmhartig' net iets te moeilijk voor de kinderen. Ik had echter een kinderboekje waarin men spreekt van de 'Goede Samaritaan' en ik heb deze term dan ook overgenomen. Ik besloot om een hele week rond dit verhaal te werken met de kinderen. Dit biedt veel meer mogelijkheden aan de kinderen:

- ze krijgen meer tijd om de boodschap te begrijpen
- ze krijgen meer tijd om de boodschap te laten doordringen
- ze worden steeds weer in contact gebracht met het verhaal op verschillende manieren
- ze krijgen meer tijd om al hun indrukken te verwerken en om zich persoonlijk uit te drukken

Ik heb een hele week voorbereid met tal van activiteiten, waaronder veel drama.
Drama geeft de kinderen een kans om zich expressief uit te drukken, om hun ervaringen tijdens deze week te verwerken. Drama is ook een ideale activiteit om te realiseren bij de oudste kleuters.

Ik wil graag nog een aantal links meegeven die ik heb gevonden via internet:

- Een digitaal prentenboek van het verhaal: Digitaal prentenboek: De Goede Samaritaan
- Een liedje over het Bijbelverhaal: Liedje over de Goede Samaritaan

De kinderen uit mijn klas waren helemaal gek van het liedje. Ze werden er helemaal stil van. Ik speelde het liedje dan met stokpoppetjes uit het verhaal. Elke dag opnieuw vroegen ze naar het liedje en op het einde van de week zongen ze het allemaal zachtjes mee.

De kinderen hebben me tijdens deze week echt verbaasd. Ze konden zich zo goed inleven in het verhaal. Als afsluitactiviteit had ik een drama-activiteit voorzien rond een stoel.
De kinderen namen om de beurt een personage uit het verhaal over en de anderen mochten vragen stellen aan dit personage. De kinderen kenden het verhaal zo goed en begrepen echt de kern, de boodschap.

Tijdens deze week kwam een meisje naar me toe om te vertellen dat F. haar goede Samaritaan was geweest omdat ze haar geholpen had toen ze het moeilijk had.
Ik heb toen een blad omhoog gehangen waar ik alle goede Samaritanen in onze klas op noteerde. Ik tekende wie iets had gedaan voor een ander en dat werd steeds op het einde van de dag besproken.


Behaald of niet?

De week rond de Goede Samaritaan is al wel een tijdje achter de rug maar ik hoor toch nog flarden bij de kinderen. Toen ik laatst een kindje even positieve aandacht schonk omdat hij iemand anders had geholpen, zei een ander kindje: 'hé juf, onze N. is nu net zoals de Samaritaan!'

Ik vind dat ik het doel behaald heb. Het was een goede keuze om te vertrekken vanuit een verhaal met een boodschap. Het verhaal was een houvast voor de kinderen en zorgde voor de rode draad doorheen de hele week. Ik kon ook allerlei andere activiteiten voorzien waar naastenliefde centraal staat, maar dan zou het maar een allegaartje geweest zijn.
Nu heb ik echt met de kinderen een mooie, samenhangende week achter de rug en de kern is hen bij gebleven. Voor mij is dit doel dus al behaald!

Een gemiste kans

Een gemiste kans
 
 
Nu dat de obstakels binnen de klasgroep zijn aangepakt, kan ik eindelijk van start gaan met 'naastenliefde' in de kleuterklas. Ik wil hier wel graag even toelichten dat zowel ik als mijn kleuters al eerder rond naastenliefde hebben gewerkt, weliswaar onbewust.
 
Een voorbeeld:
Rond de kerstperiode heeft elke klas op school iets geknutseld voor de bejaarden in het rusthuis naast onze school. We mochten onze knutselwerkjes toen persoonlijk gaan afgeven aan de mensen daar.
 
Nu ik hier achteraf op terugblik, vind ik het jammer dat ik er toen niet dieper op in ben gegaan. We hadden even kunnen stil staan bij het concept feestdagen. Viert iedereen Kerstmis op dezelfde manier? Krijgt iedereen cadeautjes onder de boom? Wat is het belangrijkste voor de kinderen: hun familie bij elkaar of toch liever een cadeautje?
De kerstperiode was het ideale moment om eens even stil te staan met de kleuters bij wat ze hebben en wat anderen misschien niet hebben.
 
Duidelijk een gemiste kans toen. Maar dat zal deze keer niet gebeuren. Ik heb voor mezelf in het begin een aantal doelen opgesteld rond naastenliefde:
 
1. Het begrip naastenliefde op een boeiende en duidelijke manier overbrengen.
2. Een aantal bekende en minder bekende organisaties voorstellen met hun actiepunten 
    waaruit de kleuters één organisatie mogen kiezen.
3. Samen oplossingen en middelen zoeken om deze organisatie te helpen.
4. De meest haalbare voorstellen uitwerken en realiseren.
5. Een mooi slotmoment (vb. het geld gaan afgeven of laten ophalen, een 
    afsluitende activiteit,...)
 
Met deze doelen in mijn achterhoofd ga ik nu eens op een bewuste en zinvolle manier aan de slag gaan rond het thema naastenliefde.
 
De volgende berichten die ik op mijn blog ga posten, handelen steeds over 1 specifiek doel. Ik licht het doel toe, vertel hoe ik het heb aangepakt in de klas, hoe de kinderen er op hebben gereageerd en of het doel bereikt is.
 
 


Stop! Ik vind het niet leuk!

Stop! Ik vind het niet leuk!
 
Tijdens de week tegen pesten werken wij steeds met de kleuterschool rond Beertje Anders.
De kinderen leren dan elke dag een regel:
 
1. Zeg wat je wel en niet wilt.
2. Lief zijn voor elkaar.
3. Samen spelen, samen delen.
4. Goede woorden zeggen.
5. Vraag hulp, geef hulp.
 
Ik besloot om de eerste regel nog eens boven te halen. Ik vind dat de kinderen in mijn klas oud genoeg zijn om eens zelf hun conflicten aan te pakken. Ze kunnen perfect vertellen aan mij wat ze wel en niet willen dus waarom kunnen ze dat dan niet aan elkaar?
De eerste regel van Beertje Anders handelt hierover: de kinderen vertellen aan elkaar wat ze wel en niet willen.
 
 
 
 
Hoe heb ik het aangepakt?
Ik weet dat mijn kinderen graag naar filmpjes kijken (welke kinderen niet?) en ik ben begonnen met het filmpje rond deze regel.
 
 
Nadat iedereen het filmpje had gezien, hebben we hier een klasgesprek over opgestart met de volgende vragen als kernvragen:
 
- Wat vind jij leuk?
- Wat vind je niet leuk?
- Hoe zeg jij dat je iets niet leuk vindt?
- Hoe deed Beertje Anders het?
- Waarom is het belangrijk dat we zeggen wat we wel en niet willen?
- Als iemand tegen jou zegt om op te houden, wat doe je dan?
 
Hierna speelden we een aantal rollenspellen. Ik speelde steeds met een kindje een bepaalde situatie na. Uiteraard deed ik het helemaal verkeerd maar gelukkig konden de kinderen mij perfect verbeteren.
 
Ik merkte wel dat de kinderen in het begin nog veel sturing nodig hadden van mij. Ze kwamen regelmatig naar mij met situaties zoals: 'Juf, A. pakt alle blokjes af en ik vind dat niet leuk.' Dan moest ik regelmatig even zeggen: 'Ben ik A.? Waarom zeg je dan tegen mij dat je het niet leuk vindt? Weet A. dat jij dat niet fijn vindt? Heb je het hem al gezegd? Neen? Ga het hem dan maar eens vertellen.'
Nu gaat het al veel vlotter en hoor ik de kinderen regelmatig zeggen tegen elkaar: 'Stop daarmee, ik vind dat niet fijn! Stop, ik word er verdrietig van!' Ik vind het heel knap van mijn kinderen dat ze zich zo goed kunnen uitdrukken t.o.v. elkaar.
 
Helaas heb ik nog een paar kinderen die niet goed begrijpen wat 'stop' betekent. Ze blijven doordoen, ook al vragen de anderen om ermee op te houden. Ik heb dus met de kinderen afgesproken dat als ze vragen aan iemand om ermee op te houden en als die dat niet doet, dat ze dan meteen naar mij moeten komen.
Ik kan daar echt heel boos in worden, dat kinderen gewoon blijven doordoen ook al zeggen de anderen dat ze het niet leuk vinden. Dan neem ik de schuldige bij de hand, zet hem/haar op de stopstoel (= de afzonderingsstoel) met een zandloper. Als de zandloper leeg is, dan pas hebben we een gesprek over de situatie. Ik praat dan echt wel door op de kinderen, ik vertel hen dat ik daar helemaal niet tegen kan en dat wanneer ze doordoen, ze echte pestkoppen zijn.

Ik weet niet goed waarom maar ik kan echt niet lichtvoetig over pestgedrag gaan, ik wil dat steeds met de harde hand aanpakken. Ik vind het belangrijk dat ik hier als leerkracht vroeg bij ben, dat ik het meteen kan aanpakken nu het nog min of meer onschuldig is. Want als ze van jongs af aan leren hoe ze zich moeten uitdrukken en dat pesten niet oké is, dan heb ik al een goede basis gelegd voor later.
 
 

Het klikspaanoor van de juf

Het klikspaanoor van de juf
 
Zoals ik al eerder vermeld heb, zijn de kinderen in mijn klas t.o.v. elkaar weinig verdraagzaam. Ze komen regelmatig 'klikken' over elkaar.
 
'Juf, N. steekt zijn tong uit naar mij.'
'Juf, G. doet het helemaal verkeerd.'
'Juf, J. let niet op.'
'Juf, T. poetst de ramen niet, ze gooit alleen maar met de sponsen.'
...
 
Beeld je eens in, 24 kleuters in een kleuterklas waarvan de helft wel iets komt vertellen over een ander aan de leerkracht. Ik werd er helemaal gek van!
Ik had al op verschillende manieren geprobeerd om de kinderen bij te brengen dat ze meer met zichzelf moesten bezig zijn i.p.v. anderen, dat klikken niet fijn is en ook niet nodig want de juf ziet alles, dat niet alle kindjes het leuk vinden als er over hen wordt geklikt,...
Niets hielp! Toen kwam ik op het idee om de kinderen die kwamen klikken gewoon te negeren, doen alsof ik ze niet hoorde. Als de kinderen geen aandacht meer krijgen van mij, geven ze het klikken misschien wel op.

Maar hoe zou ik dit aanpakken? Ik moest de kinderen toch eerst even op voorhand toelichten, anders zouden ze het helemaal niet begrijpen. Maar is het niet de taak van een juf om te luisteren naar wat haar kinderen te vertellen hebben? Stel nu dat er iets ergs gebeurt, zoals een valpartij of een kindje dat iemand anders bijt. Als een ander kind dit tegen mij vertelt, dan is dit toch ook een vorm van klikken?
Na lang nadenken en na lang wikken en wegen kwam ik op het idee van het klikspaanoor.


Maandagochtend tijdens het onthaal vertelde ik het volgende verhaal aan de kleuters.
'Wisten jullie dat er in een oor, verschillende kleine oortjes zitten? Ik heb een roepoor, waarmee ik roepende kindjes hoor, ik heb een fluisteroor, waarmee ik fluisterende kindjes hoor, ik heb een weenoor waarmee ik wenende kindjes hoor,... Ik heb ook een klikspaanoor, waarvoor zou dat dienen? Juist ja, voor de kindjes die komen klikken.
Alleen, in ons klasje zitten hier wel veel klikspanen! Elke avond had ik oorpijn van al die klikspanen die alles komen zeggen tegen mij. Ik vond dat helemaal niet leuk. Dus ik ben naar de dokter gegaan en heb hem alles verteld. De dokter vertelde dat hij me kon helpen, weten jullie hoe? Hij heeft mij geopereerd en mijn klikspaanoor weggenomen!
Dus nu hoor ik niet meer wat klikspanen zeggen. J., probeer maar om eens iets te zeggen over een ander kindje. Oei J., ik hoor je niet, wat zeg je? Je lippen bewegen wel maar ik hoor echt niet wat je zegt! Wauw, zalig dat de juf nu niet meer naar klikspanen kan luisteren!
Zeg maar, ik heb wel tegen de dokter gezegd dat hij mijn waarschuwoortje moest laten staan. Kennen jullie dat, een waarschuwoortje? Ons waarschuwoortje ligt vlak naast ons klikspaanoortje en de dokter moest heel voorzichtig zijn dat hij dat niet mee weg deed.
Mijn waarschuwoortje dient voor de kindjes die me komen waarschuwen, zoals wanneer een ander kindje pijn heeft, of wanneer een ander kindje werd gebeten door iemand,...
Dus ik heb wel nog een waarschuwoortje, maar geen klikspaanoortje meer.'

De kinderen luisterden allemaal heel aandachtig en zijn er echt van overtuigd dat ik geen klikspaanoor meer heb. Als er nu nog een kindje komt klikken, dan kijk ik raar, hou mijn hand aan mijn oor en zeg: 'Wat zeg je N., ik hoor je niet!'
Meestal zegt er dan een ander kindje: 'Ben je het vergeten? De juf is haar klikspaanoor toch kwijt dus daarom kan ze je niet horen!'

Ik moet eerlijk toegeven dat het klikken fel vermindert is! Ze krijgen toch geen aandacht meer als ze komen klikken en ze vinden het allemaal grappig dat ik niet meer zo goed hoor. De kinderen voelen zich nog steeds gewaardeerd en ik maak op een positieve manier een eind aan hun geklik. Ze zijn ook meer met zichzelf bezig en zijn ook veel verdraagzamer naar elkaar toe. Ze weten dat de juf wel ingrijpt als het echt uit de hand loopt en dat het niet hun taak is om alles en iedereen in het oog te houden maar de taak van de juf.

Het klikspaanoor valt zeker in de smaak bij ons op de kleuterschool! Laatst was er een kleuterleidster naar de dokter en de kinderen vroegen wat ze daar ging doen. Ik vertelde dat die juf ook haar klikspaanoor ging weghalen, net zoals ik. Een andere kleuterjuf kwam tijdens de rij aan mij vragen of mijn kindjes ook zo veel klikten (waar haar kleuters bij stonden). Ik vertelde haar dat het vroeger bij mij ook was maar nu niet meer omdat ik naar de dokter ben geweest en die heeft mijn klikspaanoor weg gehaald.
De kleuterjuf vertelde aan haar kindjes dat zij misschien ook beter eens naar de dokter kon gaan dan.
Momenteel heeft er dus geen enkele juf in de kleuterschool nog haar klikspaanoor.
 


dinsdag 18 juni 2013

Vredestafeltje

Vredestafeltje
 
Ik ging op zoek achter een oplossing voor de conflicten in de klas. Na een ruzie ontlopen de kinderen elkaar en blijven ze nog steeds boos op elkaar. Deze boosheid blijft nog lang aanwezig in de klas waardoor de kinderen nog sneller gefrustreerd geraken van elkaar.
Ik wil graag dat ze op een positieve manier hun ruzie kunnen afsluiten, dat die ruzies van de baan zijn zodat ze met een gerust hart verder kunnen genieten van de rest van de dag.
De oplossing vond ik in het boek 'Wat een geweldig kind!' van Tim Seldin.
 
 
 
Het boek is zeker een aanrader voor leerkrachten, opvoeders, pedagogen,... Er wordt haarfijn in uitgelegd hoe we baby's, peuters en kleuters een zelfstandige, zelfzekere houding kunnen meegeven voor later.
In het boek is er ook een hoofdstuk rond conflicten waarbij een 'vredestafeltje' als oplossing wordt aangeboden. Een vredestafeltje kan je zelf inrichten naar keuze en het is perfect te combineren in je klaspraktijk. Het vraagt weinig sturing van jouw als leerkracht, het vraagt weinig materiaal en het werkt heel doeltreffend.
 
 
Hoe organiseer ik dit nu in mijn klas?
 
1. Je voorziet een rustig plekje in je klas waar je 1 klein tafeltje en 2 kleine stoeltjes zet. Als
    je te weinig ruimte hebt, kan je ook een vredesbankje/zeteltje voorzien. Ik heb in mijn klas
    een dienblad met de attributen zodat ze ergens een plaatsje kunnen zoeken aan een
    lege tafel of op de grond.
 
2. Op tafel plak je een foto van een duif.
 
3. Je zet een belletje op tafel.
 
 
Hoe werkt het vredestafeltje?
 
Wanneer er een conflict plaatsvindt in je klas tussen 2 kinderen, dan zeg je hen om even naar het vredestafeltje te gaan. Je legt hen uit dat er aan de vredestafel steeds de waarheid wordt gesproken, leugens zijn hier niet op zijn plaats.
De kinderen leggen om de beurt hun hand op hun borst en vertellen wat ze niet fijn vonden, wat ze graag willen in de toekomst,... Zolang je hand op je borst is, mag jij spreken. Haal je je hand van je borst, dan mag de andere zich uitdrukken.
Wanneer ze allebei hun hart hebben gelucht, moeten ze samen een oplossing bedenken voor hun probleem. Als ze uit de ruzie zijn gekomen, mogen ze samen de bel luiden. Ik ga dan even langs, bespreek met hun de oplossing en daarna mogen ze terug verder werken.
 
 
Hoe loopt dit in de klaspraktijk?
De vredestafel verloopt zeer goed! Ik legde hun eerst klassikaal uit hoe het werkt zodat alle kleuters op de hoogte waren. Ik sta wel bij de oudste kleuters (2de en 3de kleuterklas) dus zij kunnen zich al redelijk goed verwoorden. Wanneer je dit bij jongere kleuters wil toepassen, zal je wel meer moeten sturen als leerkracht. Je kan ook prenten van gevoelens erbij leggen zodat de kinderen aan elkaar hun gevoelens kunnen tonen.
Als je er prenten van verzoeningen bijlegt (een knuffel, handje, zoen,...) kunnen ze samen ook een verzoening kiezen.
 
Mijn kleuters kunnen echt al heel goed uitleggen aan elkaar wat ze niet leuk vonden en welke gevoelens dat bij hen teweeg brengt. Ze kunnen ook goed naar elkaar luisteren. Wanneer ze samen de bel luiden, zijn de boze gezichten al lang verdwenen. Ze zijn ook gemotiveerd om een oplossing te bedenken want pas dan mogen ze de bel luiden.
Ze komen echt met goede oplossingen voor de boeg: 'juf, we zijn er uit. Nu mag A. naast mij zitten en de volgende keer mag E. Zo kunnen ze allebei een keertje naast mij zitten en moeten ze geen ruzie meer maken.'
 
Wanneer de kleuters nu een conflict hebben, gaan ze soms al automatisch naar het dienbladje om het uit te praten. Sinds ik het vredestafeltje heb ingevoerd, merk ik dat de kinderen minder gefrustreerd rond lopen. Ze zoeken zelf achter oplossingen voor hun conflicten waardoor de ruzies niet meer blijven hangen.
Dit merk je ook aan de klassfeer: de kinderen gaan minder snel met elkaar in conflict, ze zijn allemaal vrolijker en rustiger. Het vredestafeltje biedt hen de mogelijkheid om op een rustige manier hun conflicten aan te gaan, naar elkaar te luisteren en het samen uit te praten.
Deze vaardigheden zullen hun later als volwassenen zeker nog van pas komen.


dinsdag 11 juni 2013

Het begin van naastenliefde: respect

Het begin van naastenliefde: respect
 
 
Ik besloot om eerst de kinderen in mijn klasgroep eens te observeren. Ik wil een goed, duidelijk beeld hebben van mijn klasgroep zodat ik weet of de kinderen openstaan voor een liefdadigheidsproject.
 
 
Er vielen mij echter een paar zaken op binnen mijn klasgroep:
  1. De kinderen kunnen weinig van elkaar verdragen: ze hebben een kort lontje en zijn niet echt verdraagzaam naar elkaar toe.
  2. De kinderen komen veel vertellen over elkaar in negatieve zin: ze klikken veel, zijn snel jaloers op elkaar en voelen zich snel teniet gedaan.
  3. De kinderen maken veel ruzie en vragen veel hulp van de juf om hun conflicten op te lossen omdat ze er alleen niet uit geraken.
Ik besloot om eerst deze problemen aan te pakken alvorens ik echt van start kon gaan met het 'liefdadigheidsproject'. Het was nog te vroeg om toen al  meteen te beginnen met liefdadigheid. Ik wou de kleuters eerst een goede basis meegeven om van daaruit verder op te kunnen bouwen. Hoe kan ik de kleuters een houding meegeven van zorg dragen voor anderen, voor onbekenden, als ze dit eigenlijk nog niet voor elkaar kunnen?
 
Ik moet beginnen bij het begin: respect. Ik moet de kinderen leren om respect op te brengen voor elkaar, voor hun klasgenootjes. Pas dan kan ik beginnen met het aanbrengen van respect voor anderen.
 
De vraag is alleen: hoe ga ik dit aanpakken? De kleuters hebben rond februari al een hele week gewerkt rond vriendschap en respect met Beertje anders. Ze hebben geleerd hoe ze bepaalde conflicten moeten oplossen, hoe ze hulp kunnen vragen aan elkaar, hoe ze moeten uitleggen dat ze iets niet fijn vinden,...
 
 
Helaas heeft dit weinig uitgemaakt als ik toen naar mijn klasgroep keek. Ik zou het dus op een andere manier moeten aanpakken. Ik moest op zoek gaan naar nieuwe initiatieven, nieuwe manieren om de kinderen te sturen in de richting van respect. Alleen gaan ze er niet geraken, ze hebben echt nog mijn hulp nodig hiervoor. Het is wel belangrijk dat ik het niet voor de kinderen doe, maar dat ik hen juist ga sturen om het zoveel mogelijk zelf te doen.