Stop! Ik vind het niet leuk!
Tijdens de week tegen pesten werken wij steeds met de kleuterschool rond Beertje Anders.
De kinderen leren dan elke dag een regel:
1. Zeg wat je wel en niet wilt.
2. Lief zijn voor elkaar.
3. Samen spelen, samen delen.
4. Goede woorden zeggen.
5. Vraag hulp, geef hulp.
Ik besloot om de eerste regel nog eens boven te halen. Ik vind dat de kinderen in mijn klas oud genoeg zijn om eens zelf hun conflicten aan te pakken. Ze kunnen perfect vertellen aan mij wat ze wel en niet willen dus waarom kunnen ze dat dan niet aan elkaar?
De eerste regel van Beertje Anders handelt hierover: de kinderen vertellen aan elkaar wat ze wel en niet willen.
Hoe heb ik het aangepakt?
Ik weet dat mijn kinderen graag naar filmpjes kijken (welke kinderen niet?) en ik ben begonnen met het filmpje rond deze regel.
Nadat iedereen het filmpje had gezien, hebben we hier een klasgesprek over opgestart met de volgende vragen als kernvragen:
- Wat vind jij leuk?
- Wat vind je niet leuk?
- Hoe zeg jij dat je iets niet leuk vindt?
- Hoe deed Beertje Anders het?
- Waarom is het belangrijk dat we zeggen wat we wel en niet willen?
- Als iemand tegen jou zegt om op te houden, wat doe je dan?
Hierna speelden we een aantal rollenspellen. Ik speelde steeds met een kindje een bepaalde situatie na. Uiteraard deed ik het helemaal verkeerd maar gelukkig konden de kinderen mij perfect verbeteren.
Ik merkte wel dat de kinderen in het begin nog veel sturing nodig hadden van mij. Ze kwamen regelmatig naar mij met situaties zoals: 'Juf, A. pakt alle blokjes af en ik vind dat niet leuk.' Dan moest ik regelmatig even zeggen: 'Ben ik A.? Waarom zeg je dan tegen mij dat je het niet leuk vindt? Weet A. dat jij dat niet fijn vindt? Heb je het hem al gezegd? Neen? Ga het hem dan maar eens vertellen.'
Nu gaat het al veel vlotter en hoor ik de kinderen regelmatig zeggen tegen elkaar: 'Stop daarmee, ik vind dat niet fijn! Stop, ik word er verdrietig van!' Ik vind het heel knap van mijn kinderen dat ze zich zo goed kunnen uitdrukken t.o.v. elkaar.
Helaas heb ik nog een paar kinderen die niet goed begrijpen wat 'stop' betekent. Ze blijven doordoen, ook al vragen de anderen om ermee op te houden. Ik heb dus met de kinderen afgesproken dat als ze vragen aan iemand om ermee op te houden en als die dat niet doet, dat ze dan meteen naar mij moeten komen.
Ik kan daar echt heel boos in worden, dat kinderen gewoon blijven doordoen ook al zeggen de anderen dat ze het niet leuk vinden. Dan neem ik de schuldige bij de hand, zet hem/haar op de stopstoel (= de afzonderingsstoel) met een zandloper. Als de zandloper leeg is, dan pas hebben we een gesprek over de situatie. Ik praat dan echt wel door op de kinderen, ik vertel hen dat ik daar helemaal niet tegen kan en dat wanneer ze doordoen, ze echte pestkoppen zijn.
Ik weet niet goed waarom maar ik kan echt niet lichtvoetig over pestgedrag gaan, ik wil dat steeds met de harde hand aanpakken. Ik vind het belangrijk dat ik hier als leerkracht vroeg bij ben, dat ik het meteen kan aanpakken nu het nog min of meer onschuldig is. Want als ze van jongs af aan leren hoe ze zich moeten uitdrukken en dat pesten niet oké is, dan heb ik al een goede basis gelegd voor later.
Ik weet niet goed waarom maar ik kan echt niet lichtvoetig over pestgedrag gaan, ik wil dat steeds met de harde hand aanpakken. Ik vind het belangrijk dat ik hier als leerkracht vroeg bij ben, dat ik het meteen kan aanpakken nu het nog min of meer onschuldig is. Want als ze van jongs af aan leren hoe ze zich moeten uitdrukken en dat pesten niet oké is, dan heb ik al een goede basis gelegd voor later.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten